Terug naar het overzicht

Bij Van der Burg gaan de spruiten weer de grond in!

Op een licht bewolkte voorjaarsdag stapt wethouder Robert te Beest in zijn auto, voor een bedrijfsbezoek aan Landbouwbedrijf Van der Burg in Stompetoren. In zijn portefeuille zitten de dorpen, het landelijk gebied en de agrarische economie. Hij neemt dan ook graag een kijkje achter de schermen bij ‘zijn hardwerkende boeren’. Accountmanager van het Ondernemersloket Daniëlle Janssen is ook bij het bezoek aanwezig.

Drie mannen staan bij een oogstmachine voor spruitjes
Spruiten oogstmachine Foto: D. Janssen

De broers Ad en Job van der Burg zijn trots op hun onderneming. Ze leiden de wethouder rond op de beide locaties van het familiebedrijf aan de Noordervaart 14 en 19. Ze beginnen op nummer 14, waar die middag de laatste spruitjes de grond in gaan. Later rijden ze door naar nummer 19, waar de aardappelen worden opgeslagen.

Kunnen jullie iets vertellen over jullie bedrijf?

“Uiteraard! We zijn een familiebedrijf, ooit gestart door onze opa, daarna overgenomen door onze vader en een oom. Die zijn oorspronkelijk vanuit Zuid-Holland en Zeeland deze kant op gekomen om hier het bedrijf te beginnen. De grond bestaat hier uit zware klei, maar de spruiten gedijen daar prima op. Dat wij het familiebedrijf hebben voortgezet, was niet vanzelfsprekend. We hebben allebei eerst iets anders gedaan, voordat we ervoor kozen om hier in te stappen.”

“Of de lijn wordt voortgezet? Daar kunnen we nu nog niks over zeggen. Job heeft geen kinderen, Ad heeft er drie. Maar die zijn nog erg jong. Ze moeten later zelf maar de keuze maken of ze ook boer willen worden of iets anders. Dat maakt ons niet uit.”

Jullie hebben hier aardig wat land, zie ik…

“Klopt. We verbouwen spruitjes, aardappelen en graan op ongeveer 170 hectare land, verdeeld over meerdere locaties. Job woont op deze plek. Ad woont schuin aan de overkant, waar ook de aardappelen worden opgeslagen. Ongeveer 70 hectare is bestemd voor spruitjes, die we heel toevallig vanmiddag net weer gaan planten.”

“De plantmachine staat al klaar. De plantjes kopen we in; ze zijn in de kas opgekweekt. Als de planten volgroeid zijn, kunnen we later dit jaar dagelijks oogsten. Spruitjes telen is relatief zwaar werk, en er gebeurt nog altijd veel met de hand. Je hebt er dus meer mensen voor nodig dan bijvoorbeeld bij de aardappelen. In de winter hebben we dan ook meer werk dan in de zomer. We hebben hiervoor altijd 4 à 5 mensen in vaste dienst.”

Drie mannen staan op een akker bij een sproeimachine
Sproeimachine Foto; D. Janssen

“Het oogsten en sorteren doen we met zeven personen: vier oogsten, drie sorteren. De oogst vindt plaats als de ‘r’ in de maand zit – van september tot en met februari. In die periode worden elke dag spruiten vers van het land geoogst. De mensen nemen vooraan op de oogstmachine plaats en snijden de stronk met spruitjes bij de grond af. Ja, best een intensief klusje.”

Hebben jullie er veel werk aan om de grond geschikt te maken?

“We werken met rustgewassen, mest en compost om de organische stoffen en het bodemleven op peil te houden. Omdat we tegenwoordig minder gewasbeschermingsmiddelen tot onze beschikking hebben, is het belangrijk dat de bodem in goede conditie is. Dan kan een plant weerbaar opgroeien.

“Waar mogelijk maken we gebruik van de nieuwste technieken, zoals een camera- en gps-gestuurde schoffelmachine om onkruid tegen te gaan. We merken ook dat er door klimaatverandering minder vaak vorst is. We plannen ons werk daarom deels nog steeds op basis van het weerbericht.”

“Het is wel een uitdaging dat veel bestrijdingsmiddelen wegvallen. We zijn daarom ook lid van een platform dat meedenkt over hoe we ook in de toekomst een mooi product kunnen telen. Je moet een weg vinden tussen de terechte zorg voor moeder aarde en de zorg voor voldoende voedsel. Dat soort onderwerpen staan daar op de agenda. De consument wil nu eenmaal een goed uitziend én betaalbaar product op het bord.”

Wie zijn jullie klanten?

“De kleine spruiten blijven in Nederland. Die gaan via een kleinverpakker in de buurt naar de Dekamarkt en Dirk van den Broek. De grote spruiten willen we in Nederland niet eten. Die gaan Europa in, waarbij Duitsland de grootste afnemer is.”

En de aardappelen, hoe doen jullie dat?

“We leveren het hele jaar door consumptieaardappelen. Veel lokaal. Friethuis De Vlaminck in Alkmaar is bijvoorbeeld al jaren een vaste klant. Het oogsten van aardappelen vindt plaats in september en oktober. Deze aardappelen worden voorzichtig in grote bewaarkisten gedaan.”

“We slaan ze koel op, in kisten, en niet meer ‘op de grote hoop’ zoals vroeger. De aardappelen blijven daardoor beter van kwaliteit. Het werk gebeurt ook meer machinaal dan bij de spruiten.”

Einde bezoek

Na nog een rondleiding met uitleg door de schuren en langs de aardappelvelden die zich uitstrekken tot aan de horizon, is het bezoek afgelopen.

“Een mooi bedrijf waar jullie terecht trots op zijn en een sieraad voor onze gemeente,” complimenteert wethouder Te Beest de beide broers.